Informatie en componenten van de gebruikersinterface moeten toonbaar zijn aan gebruikers op voor hen
waarneembare
wijze.
Richtlijn: 1.1
Lever tekstalternatieven voor alle niet-tekstuele content, zodat die veranderd kan worden in andere vormen die
mensen nodig hebben, zoals grote letters, braille, spraak, symbolen of eenvoudigere taal.
Richtlijn: 1.2
Lever alternatieven voor op tijd gebaseerde media.
Richtlijn: 1.3
Creëer content die op verschillende manieren gepresenteerd kan worden (bijvoorbeeld eenvoudiger lay-out) zonder
verlies van informatie of structuur.
Richtlijn: 1.4
Maak het voor gebruikers gemakkelijker om content te horen en te zien, waaronder scheiding van voorgrond en
achtergrond.
Bedienbaar. Principe 2
Verklaring Digitale toegankelijkheid | Bedienbaar
Componenten van de gebruikersinterface en navigatie moeten bedienbaar zijn.
Richtlijn: 2.1
Maak alle functionaliteit beschikbaar vanaf een toetsenbord.
Richtlijn: 2.2
Geef gebruikers genoeg tijd om content te lezen en te gebruiken.
Richtlijn: 2.3
Ontwerp content niet op een manier waarvan bekend is dat die toevallen of fysieke reacties veroorzaakt.
Richtlijn: 2.4
Lever manieren om gebruikers te helpen navigeren, content te vinden en te bepalen waar ze zijn.
Richtlijn: 2.5
Maak het eenvoudiger voor gebruikers om de functionaliteit te bedienen met andere vormen van invoer dan alleen
het toetsenbord.
Informatie en de bediening van de gebruikersinterface moeten begrijpelijk zijn.
Richtlijn: 3.1
Maak tekstcontent leesbaar en begrijpelijk.
Richtlijn: 3.2
Maak het uiterlijk en de bediening van webpagina’s voorspelbaar.
Richtlijn: 3.3
Help gebruikers om fouten te vermijden en ze te verbeteren.
Robuust. Principe 4
Verklaring Digitale toegankelijkheid | Robuust
Content moet voldoende robuust zijn om betrouwbaar geïnterpreteerd te kunnen worden door een breed scala van
user agents, met inbegrip van hulptechnologieën.
Richtlijn: 4.1
Maximaliseer compatibiliteit met huidige en toekomstige user agents, met inbegrip van hulptechnologieën.